Bij het binnenstappen van mijn huis zag ik meteen de roze enveloppe op de deurmat liggen. Ik pakte hem op. De geur van parfum drong mijn neusgaten binnen. In sierlijke letters waren mijn naam en adres op de voorkant geschreven. Ik draaide de enveloppe om: geen afzender. Een anonieme bewonderaarster? Ik stond nog steeds met de enveloppe in de hand toen Lydia, zeulend met de boodschappen, achter mij aan naar binnen stapte. Gehaast frommelde ik de brief in mijn jaszak.
’Kom je ook net thuis?’ vroeg ze.
‘Nee hoor, ik ben er al een poosje, trek net mijn jas aan om Max uit te laten,’ antwoordde ik, terwijl ik de tas van haar overnam.
Zodra ik samen met mijn Golden Retriever de hoek om was, pakte ik de enveloppe uit mijn jaszak en scheurde hem open. Het velletje briefpapier had dezelfde kleur roze als de enveloppe. Onder het schijnsel van een straatlantaarn las ik:
Lieve Maarten,
Ik moet dringend met je praten. Kom op 26 november a.s. om 20:30 uur naar Café De Sleutel aan De Markt. Mocht je voor die avond al een afspraak hebben, dan moet je die maar verzetten. Als je mij tenminste wilt spreken. Niet verschijnen zal ik opvatten als: geen belangstelling.
Liefs, Je ex
Mijn verbazing over de inhoud ging snel over in boosheid. Wat een rotstreek. Ze weet best dat 26 november mijn verjaardag is.
‘Lieverd,’ zei ik toen we later aan tafel zaten. ‘Over een paar weken ben ik jarig. Ik zou het leuk vinden om het dit jaar eens niet op de dag zelf, maar de zaterdag erna te vieren. Dan kunnen jouw ouders ‘s middags komen zonder dat het me een vrije dag kost.’
’En gisteren vertelde je me nog dat je niet door je vrije dagen heen komt,’ antwoordde Lydia verbaasd.
Even wist ik niet wat te zeggen, maar toen bedacht ik: ‘Ik wilde Lars en Marjolein voor ’s avonds vragen, die kunnen dan blijven slapen. Ik zou het heel fijn vinden als zij ook eens weer van de partij zijn. Vroeger sloegen ze geen verjaardag over, maar sinds ze in Breda wonen, zien we elkaar nauwelijks nog.’
‘Nou ja, het is jouw verjaardag,’ antwoordde mijn vrouw enigszins kribbig.
Terwijl ik op de bewuste avond het café binnenstapte keek ik tevergeefs rond of ik mijn ex zag zitten. De klok boven de bar gaf aan 20:36. Ze zou toch nog niet zijn vertrokken, omdat ik te laat was? Plotseling zag ik Lydia. Ze zat in een donker hoekje achterin het café. Ik wilde me omdraaien om snel weer naar buiten te gaan, maar ze had me al gezien en wenkte me.
Toen ik bij haar tafeltje aankwam vroeg ze: ‘Wat doe jij hier in Godsnaam?’
Ik voelde dat ik ging blozen. ‘Ik eh … heb een afspraak met mijn ex,’ stamelde ik.
‘Ik ook,’ zei ze glimlachend.
‘Maar jij hebt toch helemaal geen ex?’
‘Nog niet,’ zei ze. ‘Maar dat duurt niet lang meer. Ga zitten, wil je koffie?’