Toen Lotte die ochtend naast haar man Jeroen wakker werd, had ze niet kunnen denken dat ze dezelfde avond bij een wildvreemde man in bed zou stappen.
Eén van de dames achter de balie, komt meteen hun kant opgelopen.
‘Goedemiddag, mevrouw, meneer, wat kan ik voor u doen?’
Jeroen geeft het reserveringsbewijs aan de receptioniste. ‘We hebben voor één nacht een kamer besproken.’
Het meisje pakt het papier op en schuift haar bril op het voorhoofd. ‘De heer en mevrouw de Jager,’ leest ze hardop. ‘Een ogenblikje.’ Ze loopt naar haar computer. Even later: ’Ik heb voor u kamer 356 gereserveerd, dat is op de derde verdieping.
Verderop in de hal vindt u aan de linkerzijde de lift. Hier heb ik voor u allebei een pasje voor de kamerdeur. Ik wens u een plezierig verblijf toe.’
Lotte kijkt om zich heen. Het is nog gezellig druk in de lobby. Ze drinkt haar wijnglas leeg en zegt: ‘Het is al laat, zullen we naar bed gaan?’
Jeroen schenkt het laatste beetje bier in zijn glas en gooit het in één keer achterover. ‘Ga jij maar vast, ik loop nog even naar de tijdschriften. Ik heb niets te lezen meegenomen.’
Als Lotte op de kamer is, besluit ze Jeroen te verrassen. Ze laat het bad vollopen en kleedt zich uit. Ze haalt iets leuks uit haar koffer om aan te trekken. Heel sexy. Ze heeft voorpret als ze denkt aan het gezicht van haar man straks.
Lotte begint nu toch ongerust te worden. Ze ligt inmiddels zeker een half uur in bad en nog is Jeroen niet terug. ‘Even bij de tijdschriften langs,’ zei hij. Zo lang duurt dat toch niet. Ze stapt uit bad en droogt zich af. Het sexy gevalletje laat ze maar even voor wat het is. De kleren weer aan en naar beneden, naar de lobby. Iets anders zit er niet op.
De hotellobby is bijna uitgestorven. Lotte loopt door naar de tijdschriftenkiosk. Gesloten. Achter de balie staat nu een man. ‘Nachtportier’ staat er op zijn jasje. Lotte geeft een uitgebreide beschrijving van Jeroen. De man schudt zijn hoofd. ‘Het spijt me mevrouw.’
Lotte raakt in paniek. Wat is er gebeurd? Waarom heeft Jeroen haar niet gebeld? Ze schrikt: staat haar mobiel wel aan? Heeft Jeroen gebeld toen ze in bad zat? Snel zoekt ze in haar tasje naar de telefoon. Hij staat aan. Geen gemiste oproepen.
Wat moet ze doen? Naar de kamer gaan heeft geen zin. Ze besluit in de lobby plaats te nemen.
Een man, een paar tafeltjes verderop, zit constant naar haar te kijken. Lotte voelt zich daar erg ongemakkelijk onder. Hij is zo’n type dat je met de ogen uitkleedt.
Ze haalt zich van alles in haar hoofd. Hij heeft vast te maken met de verdwijning. Zijn handlangers hebben Jeroen onschadelijk gemaakt en die man zit te wachten tot? Ja, tot wat? Waarom hebben ze hem meegenomen? Om haar makkelijker te grazen te kunnen nemen? Of ging het juist om hem? Iets met zijn werk? Ongewild of gewild betrokken geraakt in een of ander duister zaakje?
Als ze die vent nu eens op de man af vraagt: ‘Wat hebben jij en je maatjes met mijn man gedaan?’
Oh, daar zul je het hebben. De engerd is opgestaan en loopt in de richting van haar tafeltje. Lotte kijkt wanhopig om zich heen.
Zodra Lotte de stem van de man hoort, weet ze dat ze zich vergist heeft.
’Er is iets vreemds gebeurd,’ klinkt het warm en aangenaam. De man komt een beetje verlegen over. Lotte kijkt hem vragend aan. ‘Het zit namelijk zo, mijn vrouw en ik hebben hier vanavond gezellig wat zitten drinken en toen ik voorstelde naar onze kamer te gaan …’
Lotte valt hem in de rede: ‘Wilde uw vrouw nog even bij de tijdschriften kijken.’
De man staart haar met open mond aan. ‘Maar, hoe … wat … ?’
Als ze drie glazen wijn verder, innig verstrengeld naar de lift lopen, is Lotte de vermissing van haar partner allang vergeten. En later in bed blijkt dat voor de man hetzelfde geldt.
‘Het was fijn vannacht hè?’
‘Ik heb genoten,’ zegt Lotte. ‘Lekker spannend zo. Dat moeten we vaker doen.’ Jeroen schuift zijn stoel achteruit. ‘Ik ga nog een broodje halen. Moet ik voor jou ookwat meenemen schat?’
’Ik lust nog wel een glas grapefruitsap,’ zegt Lotte terwijl ze haar glas aangeeft.