Kan iedereen overkomen

Terug naar verhalen

Eva geniet. Heerlijk zo’n vrije dag. Vanochtend heeft ze eerst Kim naar oma gebracht en het huis aan kant gemaakt. Daarna is ze naar het centrum van de stad gereden. Om half één ontmoette ze Frank en heeft met hem knus geluncht op een terras.

Nu is Frank weer naar zijn werk en gaat ze fijn winkelen. Eerst even naar de Hema om wat T-shirtjes voor Kim te kopen. Daarna wil ze voor zichzelf rondkijken. Wie weet vindt ze een paar leuke zomerjurkjes.

Het was gezellig, daarnet met Frank. Ze zijn al meer dan tien jaar samen, maar ze is nog steeds stapelgek op hem. Net als Kim trouwens. Vier jaar is ze alweer. Het wordt al een echt dametje. Misschien wordt het tijd voor een tweede.

Eerst maar even pinnen. Bah, zoals gewoonlijk staat er een rij voor de pinautomaat. Het wordt tijd voor een tweede. Ze moet in zichzelf lachen. Zojuist dacht ze aan een tweede kind, nu aan een tweede pinautomaat. Terwijl ze in de rij staat, kijkt ze om zich heen. Wat wonen ze toch in een gezellig stadje. Vooral nu het zulk prachtig weer is. De terrasjes rond het marktpleintje lopen al aardig vol. Op de bankjes onder de bomen zitten de ouderen de laatste nieuwtjes uit te wisselen. De rollators staan keurig geparkeerd achter de bankjes. Een vredig tafereel.

Ze heeft juist haar pincode ingetoetst als ze geschreeuw hoort bij de ingang van de bank. Binnen klinken schoten. Mensen rennen weg. Eva staat als aan de grond genageld.

In de verte klinken sirenes. Op het moment dat twee politieauto’s met hoge snelheid het pleintje oprijden, komt een man de bank uitrennen. Hij heeft een pistool in zijn hand. Vier agenten springen uit de auto’s en richten hun wapen op hem.

’Gooi je pistool op de grond. Handen omhoog!’

Eva staat nog altijd bij de pinautomaat, met haar rug stijf tegen de muur gedrukt. Verder is het marktplein leeg. De man begint in het wilde weg om zich heen te schieten. Een van de agenten schiet terug. De overvaller valt voorover op het wegdek. Bloed gulpt uit zijn borst.

In zijn val heeft hij het pistool laten vallen. Het belandt vlak voor de voeten van Eva. Zonder dat ze zich realiseert wat ze doet, pakt ze het pistool op. Terwijl ze daar met het pistool in haar hand staat, schreeuwt een van de agenten: ‘Pas op, hij was niet alleen!’

Eva bedenkt zich geen moment en rent weg, de hoek om. Hoe kon ze in vredesnaam zo dom zijn dat pistool op te rapen. In wat voor situatie heeft ze zich gemanoeuvreerd?

Achter haar klinkt een schot. Ze rent voor haar leven, achtervolgd door twee agenten. Vanaf de andere kant van de straat rijdt met grote snelheid een politiemotor haar tegemoet. Om de hoek is de ingang van de Hema. Ze spurt de zijstraat in, schiet de winkel binnen en rent door de zaak naar de achteruitgang. Nagestaard door het winkelende publiek.

Op het parkeerterrein achter de zaak rijdt een vrouw juist weg vanaf haar parkeerplaats. Eva grijpt haar kans, ze rukt het portier aan de passagierszijde open en springt in de auto. De vrouw kijkt hevig geschrokken opzij.

‘Rijden,’ brult Eva. De vrouw staart haar ongelovig aan.

‘Verdomme, rijden, trut. En snel.’ In paniek richt Eva het pistool op het hoofd van de vrouw. In de verte klinken politiesirenes. Eva haalt de trekker over. Ze voelt een enorme schok in haar arm. Tegelijkertijd klinkt een oorverdovende knal. De vrouw valt met bloedend hoofd voorover op het stuur. Eva bedenkt zich geen moment. Ze buigt zich over de vrouw heen, trekt het portier aan de andere zijde open en duwt de hevig bloedende vrouw uit de auto. Ze klimt op de bestuurdersstoel en schakelt in de één. Met het portier nog open scheurt ze over het parkeerterrein, in de richting van de uitgang. Als ze een bocht neemt, kan ze het stuur bijna niet houden en rijdt met twee wielen over de stoep. Een winkelwagentje vliegt door de lucht. De man die erachter liep, smakt tegen het wegdek.

Het parkeerterrein is afgesloten met een slagboom. Eva geeft een straal gas en rijdt met hoge snelheid naar de uitgang. De slagboom verbrijzelt de voorruit. Glassplinters vliegen de auto binnen. Eva voelt een vlammende pijn in haar gezicht. Het bloed druipt van haar hoofd. De slagboom schiet met veel lawaai naar links en raakt daarbij een man. Hij wordt tegen een hek geslingerd. Eva slaat met haar linkerhand de nog overgebleven glasresten uit de voorruit. Ze bloedt als een rund.

Zowel links als rechts ziet Eva in een flits blauwe zwaailichten. Ze schiet daarom de winkelstraat recht voor haar in. Een voetgangersgebied. Eva houdt de claxon constant ingedrukt. Hevig geschrokken voetgangers stuiven opzij. In een flauwe bocht naar rechts ramt ze een plantenbak. De auto tolt een kwart slag naar links en komt met de voorzijde tot stilstand tegen een winkelpui. Glasgerinkel. Zweet en bloed gutsen van haar hoofd. Haar hart gaat als een razende te keer. Waar is ze in verzeild geraakt? Ze schakelt in de achteruit, ramt nogmaals de plantenbak, nu met de achterkant van de auto en rijdt verder de winkelstraat in. In de zijspiegel ziet ze de blauwe zwaailichten. Aan het einde van de winkelstraat komt ze bij een voorrangsweg. Zonder te remmen schiet ze de weg op. De scooterrijdster die van links komt, kan haar niet ontwijken en knalt tegen het linker spatbord. Het meisje zeilt over de auto en klapt rechts van de auto tegen het wegdek. Door de snelheid waarmee ze naar links draait, verliest Eva de macht over het stuur en ramt twee geparkeerde auto’s. De vrouw die net bezig is over te steken, merkt ze niet op. Wel de rollator die door de lucht vliegt.

Ze nadert een rotonde. Vlak achter haar rijdt een politiemotor en bij de rotonde komen zowel van links als van rechts politieauto’s aanscheuren. Dan maar rechtdoor. De rotonde rechts nemen, lukt niet meer, daar is inmiddels een van de politieauto’s gestopt. Dan maar linksom. Maar ook die route wordt nu geblokkeerd. Over de heuvel midden op de rotonde dan maar. Eva bonkt met haar hoofd tegen het dak van de auto. Er klinkt een harde klap. Het geluid van schurend metaal over het asfalt. Vonken vliegen om haar heen. Ze ziet nu alles op z’n kop. Volledig in paniek kruipt ze, met het pistool in de hand, uit de geplette auto.

Overal om haar heen ziet ze nu politiemensen met getrokken wapen.

‘Handen omhoog, wapen weggooien!’ hoort ze. Maar Eva geeft zich niet gewonnen. Ze zullen haar niet te pakken krijgen. Nog één keer haalt ze de trekker over. In het binnenste van haar hoofd is een felle lichtflits.

Terug naar verhalen