Terug naar levensverhaal overig
Nadat we na ons trouwen in 1971 acht maanden in Zwartsluis hadden gewoond, verhuisden we naar Emmen. Dit in verband met mijn nieuwe baan in die plaats.
Het was wel een heel grote overgang: van de ruime eengezinswoning aan het water naar dat flatje in Emmerhout. Gelukkig konden we na nog eens acht maanden opnieuw verhuizen, nu naar een eengezinswoning in Emmens nieuwste wijk: Bargeres. Uiteraard met een tuin.
Toen we er een klein jaar woonden, werd ik op mijn werk aangeschoten door Paul, een collega die op Inkoop werkte. Hij had gehoord dat wij in de Balingerbrink woonden. Of hij samen met zijn Dineke eens langs mocht komen, want ook zij overwogen om daar een huis te huren. Dat kon destijds nog: je had de woningen voor het uitkiezen.
Van het een kwam het ander en zo werden Paul en Dineke goede vrienden.
Nadat zij hun nieuwe huis hadden betrokken, hielp ik Paul met de aanleg van de tuin. Eerst het zware spitwerk, later bestraten en palisades bouwen. Samen maakten we een schets en verdiepten ons in beplantingsschema’s. Terwijl we op dat gebied volstrekte leken waren.
Kennelijk maakten de verhalen die ik daarover vertelde als mijn schoonouders op bezoek waren, indruk op mijn schoonvader. Uiteraard kende hij mij wel zo goed dat hij wist dat ik nou niet direct deskundig genoemd kon worden als het om tuinen ging. Maar ‘die Paul’, die hij overigens nog nooit ontmoet had, moest in zijn ogen wel een man met groene vingers zijn.
Zelf was mijn schoonvader een groot tuinliefhebber en in die hoedanigheid secretaris van de Siertuinvereniging Hollandscheveld en omstreken. Deze vereniging organiseerde elk jaar een tuinkeuring. Tijdens de zomerperiode bezocht een keurmeester onaangekondigd de tuinen van de leden om die te beoordelen op compositie (kleur), ontwerp en netheid. Voor elk van die aspecten werd een cijfer (1 t/m 10) gegeven.
Tijdens de bestuursvergadering in het voorjaar van dat jaar bleek dat de persoon die de afgelopen jaren de keuring voor haar rekening had genomen, om gezondheidsredenen moest stoppen. En het bleek onmogelijk om op zo korte termijn nog een vervanger te vinden.
‘Ik weet misschien wel iemand,’ opperde mijn schoonvader. ‘Ik zal eens informeren.’
Toen wij een paar dagen later bij Tineke’s ouders in Hollandscheveld op bezoek waren, vroeg mijn schoonvader of ‘die Paul van jou’ dat jaar de keuring wilde doen: ‘Volgens mij heeft die er wel verstand van.’
Toen ik het Paul later voorlegde, zag hij de humor ervan in. Maar hij voelde zich ook wel vereerd. Hij zag echter één levensgroot probleem: in die omgeving kende hij heg noch steg. Als we het nu eens samen gingen doen? Dat had ik dus ook al bedacht.
We zagen het al voor ons: twee volstrekte leken, die de tuinen keurden van mensen die tuinieren als hobby hadden. En die bij de prijsuitreiking tijdens de ledenvergadering ook nog eens moeten motiveren hoe ze tot hun keuze waren gekomen.
Dikke pret!
Diezelfde avond mijn schoonvader gebeld.
En zo kwam het dat we een paar weken later, toch enigszins nerveus, gewapend met de ledenlijst en fotocamera, in Pauls Peugeot 205 vanuit Emmen vertrokken richting Hollandscheveld. Onze keuringsdag was begonnen.
Zodra we bij het eerste adres uitstapten, zagen we dat de bewoners heel opvallend probeerden ons onopvallend gade te slaan. We moesten ons best doen serieus te blijven: we dienden ons als waardige keurmeesters te gedragen.
Vooraf hadden we de volgende werkwijze afgesproken: we noteerden allebei voor elk van de drie aspecten een cijfer met een korte motivatie. Vervolgens bespraken we onze bevindingen, om zo tot een drietal cijfers te komen. Mét toelichting. Wat nog best moeilijk was, want vooral bij het aspect ‘compositie’ waar het om kleur en bloeiperiode van de verschillende planten ging, bleek pijnlijk ons gebrek aan kennis. Om dat enigszins te compenseren, maakte Paul een aantal dia’s. Zodat we later thuis met behulp van onze plantenboeken onze toelichtingen verder konden aanvullen. Tevens konden we die dia’s later, tijdens de prijsuitreiking, gebruiken om ons verhaal te illustreren.
Bij het eerste tuin die we aandeden, voldeed de afgesproken werkwijze uitstekend, maar toen we bij het volgende adres kwamen, realiseerden we ons dat het écht nog niet zo eenvoudig was. Bij het beoordelen van deze tuin hadden we ter vergelijking de vorige nog wel in gedachten, maar hoe zou dat straks gaan bij de twintigste?
We zijn daarom die middag nogal eens teruggereden naar eerder bekeken tuinen om die te vergelijken met het object dat we nu beoordeelden. Wat elke keer opnieuw nieuwsgierige blikken opleverde: ‘Daar heb je die lui alweer.’
Af en toe kwamen de mensen naar buiten en spraken ons aan.
Een bewoner vertelde dat hij juist vandaag zijn tuin netjes had willen maken; of we morgen even konden terugkomen. ‘Dat is wel zo eerlijk,’ voegde hij eraan toe.
Bij een andere tuin kwam de buurman naar buiten. Hij bleek de vader van de bewoonster. ‘Het ligt er hier altijd netjes bij, maar nu zijn ze met vakantie. De vrouw die hier vroeger keurde, hield daar dan altijd rekening mee.’
Nou wij dus niet, vertelden wij de man. Wij hielden ons aan de instructies.
Waarop de man boos wegliep, terwijl hij iets riep waar het woord ‘zooitje’ in voorkwam.
Zoals tijdens die dag wel vaker gebeurde, moesten we ons inhouden om niet in proesten uit te barsten.
Zo werden we nog verschillende keren aangesproken. Waaruit wel bleek hoe serieus de keuring door de tuineigenaren werd opgevat. Terwijl wij het gebeuren toch vooral als een grote grap beleefden.
Een paar maanden later werden we uitgenodigd voor de vergadering waarin de prijsuitreiking plaats zou vinden. We hadden vooraf een ranglijst van hoog naar laag gemaakt. Beginnend bij de tuin met de minste punten, hebben we alle tuinen kort besproken. Waarbij we van elke tuin een paar dia’s lieten zien. Vooral dat laatste viel in de smaak: de vorige keurmeester had dat nooit gedaan. Gelukkig werden er geen moeilijke vragen gesteld, zodat we, ondanks onze lekenstatus, de zaak tot een goed einde wisten te brengen.
Met een goed gevoel reden we die avond, met de taart voor bewezen diensten op de achterbank, terug naar Emmen.
Het jaar daarop werden we niet opnieuw gevraagd.