Lena

Terug naar verhalen

Net als voorgaande jaren vroeg mijn vriendin tijdens de laatste nieuwjaarsnacht: ‘Wat zijn jouw goede voornemens?’
Dit jaar had ik er wél over nagedacht. Ik zou wat gaan betekenen voor de medemens. Ik wilde me aanmelden als vrijwilliger in een verzorgingshuis.
Vol ongeloof keek mijn vriendin me aan. ‘In een verzorgingshuis? Jij?’
‘Ja, ik.’
‘En wat wil je daar doen dan? Bingo organiseren? Koffie schenken? Met bejaarden winkelen?’ Lachend voegde ze eraan toe: ‘Of oude dames verschonen?’

Vandaag is de grote dag: ik ga voor de eerste keer wandelen met mevrouw van Dam, 91 jaar oud. De vrouw is nog vrij goed ter been, maar kan geen lange afstanden lopen. Dus met de rolstoel.
‘We gaan een heel eind,’ zegt ze.
Haar verzorgster, Marleen de Vries “zeg maar Marleen” knipoogt naar mij. ‘Meneer heeft vast niet de hele middag voor u vrijgemaakt. U gaat lekker naar het park, de lente opsnuiven.’
Mevrouw van Dams gezicht staat op onweer. Zodra we het gebouw hebben verlaten, roept ze: ‘Niks park, niks lente opsnuiven.’
‘Wat wilt u dan?’
‘Niks u. Gewoon Lena. Hoe heet jij ook alweer?’
‘Jan.’
‘Lekker kort. Jan, we gaan de stad in.’ Haar stem duldt geen tegenspraak.
Het is een half uurtje lopen naar het centrum. Lena heeft er duidelijk plezier in.
Onderweg moet een ieder die we tegen komen het horen: ‘Ik ga stappen met Jan.’ Nadat we een tijdje winkel in, winkel uit zijn gegaan, zegt Lena: ‘En nu wil ik wat drinken. Ik tracteer.’
Ik stel voor bij de Hema koffie te gaan drinken met iets erbij.
Lena buldert van het lachen. Elke dag drinkt ze in Huize Avondrust al koffie met het soort mensen dat nu bij de Hema zit. Ze is niet gek. Ze wil naar de kroeg. Ze wil bier.
Oh gut. En dan moet ze straks plassen. Wat moet ik dan? Ik kan toch moeilijk … ?
We oogsten veel bekijks als we Café de Kloeck binnenkomen.
‘Hé oma, mag jij je kleinzoon uitlaten?’ roept iemand aan de bar. Vanaf een tafeltje voor het raam klinkt: ‘Ha ouwe, een nieuwe vriend? Je hebt ze steeds jonger hè?’
‘Jongelui,’ roept Lena, ‘Ik ben Lena en dit is Jan. Mijn hele leven heb ik op hem gewacht. En vandaag heb ik hem gevonden. Om dat te vieren, een rondje voor de hele zaak. Op mijn kosten.’
Er volgt gejuich en een daverend applaus. ‘Lena, Lena!’ wordt vanuit alle hoeken van het café gescandeerd.
Na haar vierde pilsje zegt Lena, terwijl ze zich met de achterkant van haar hand het schuim van de mond veegt: ‘En nu moet ik plassen. En niet zo’n beetje ook.’
‘Echt?’ Ik zie de bui al hangen.
‘Ja jongen, dat komt van al dat bier,’ hakkelt ze met een enigszins dubbele tong.
Hier was ik al bang voor. Ik kijk rond of ik een vrouw zie die dit klusje zou kunnen klaren. ‘Zal ik even die mevrouw daar vragen om je te helpen?’
Lena kijkt me stomverbaasd aan. ‘Waarom? Jíj bent toch met mij op stap? Niet zo preuts, Jan.’
‘Kun je het zelf niet?’ probeer ik nog.
‘Natuurlijk niet. In Huize Avondrust heb ik een hoog toilet, met beugels aan weerszijden. Maar hier is vast zo’n laag wc-tje. En ik buk nogal moeilijk.’
Terwijl ik met haar in de richting van het damestoilet loop, voel ik me erg opgelaten. Ook al vanwege de opmerkingen die links en rechts door de cafébezoekers worden gemaakt. Iets betekenen voor de medemens, af en toe wandelen met een oude dame, ik had me daarvan een heel andere voorstelling gemaakt.
Lena wil de deur niet op slot. ‘Dan voel ik me zo opgesloten.’
Oké, dan laten we de deur open.
Als ze in de krappe toiletruimte haar jurk omhoog trekt, kijk ik de andere kant op. ‘Trek jij mijn panty even omlaag?’
Ik draai me om, ga gehurkt voor haar zitten en begin aan het nylon broekje te sjorren.
De voorkant werkt mee, maar de achterkant wil niet over haar billen omlaag.
‘Je moet aan de achterkant beginnen, dan gaat het makkelijker.’ Ik sla mijn armen om haar middel zodat ik mijn duimen in de bovenkant van de panty aan de bilzijde kan steken. Wie ik dit later ook vertel, niemand zal me geloven.
Op dat moment klinkt er een enorme wind. De panty bolt er van op. Ik voel de lucht tussen mijn vingers doorwaaien.
Lena zit er niet mee. Ze begint keihard te lachen. ‘Sorry Jan, mijn kringspier is niet door de APK gekomen. Ook niet meer te verhelpen, zei de monteur.’
Als ik de panty tot op kniehoogte omlaag heb getrokken, kijk ik tegen haar witte, blauw dooraderde benen aan. Ooit moet deze vrouw een mooie jonge meid zijn geweest. Ik word letterlijk met mijn neus op de vergankelijkheid gedrukt.
Verbaasd kijk ik naar de grote witte onderbroek. Model tent. Meteen bedenk ik: wat had ik dan verwacht? Een paarse kanten string?
‘Waar wacht je nog op? Ik houd het bijna niet meer.’
‘Je kunt het nu zelf wel verder,’ probeer ik nog.
‘Nog nooit eerder een vrouw uitgekleed? Op jouw leeftijd? Kom op, snel, of ik doe het in mijn broek.’
Met een rood hoofd trek ik de onderbroek naar beneden. Er hangt iets zwaars in. Een penetrante geur bereikt mijn neus.
Lena begint te lachen. ‘Dat is mijn Tena Lady. Ik noem hem altijd mijn Tena Lena. Die zal wel nat zijn. Maar ik heb een nieuwe bij me hoor. In mijn jaszak. Niet aan gedacht daarnet.’
De haargroei onderaan de buik doet me denken aan een kalende grijsaard die zojuist uit bed is gestapt. Niks bikinilijn.
Lena staat nog steeds.
‘En nu?’ vraag ik, terwijl ik bedenk dat er tientallen andere manieren waren geweest ommijn goede voornemen ten uitvoer te brengen. Ik had nu in het wijkgebouw kunnen figuurzagen met kinderen. Of desnoods in Huize Avondrust koffie schenken. Of boodschappen doen voor mensen die moeilijk ter been zijn. Of …
‘Ik heb je toch gezegd dat ik moeilijk kan bukken. Het lukt me echt niet om zelf op dit lage wc-tje te gaan zitten. Je moet achter me gaan staan. Aan weerskanten van de wc zet je een been, dan zo ver mogelijk naar achteren en mij onder de oksels pakken.’
‘Zo?’
‘Iets naar achter nog.’
Ik zie mezelf staan. Wijdbeens achterwaarts over een smerige wc, een oude, half ontklede vrouw, die ik onder haar zweterige oksels vasthoud.
‘Nu moet je me laten zakken,’ zegt ze.
Langzaam bewegen haar melkwitte billen in de richting van de wc-bril. Waarbij alweer de nodige lucht ontsnapt. Rechtstreeks mijn neus in.
Als ze bijna zit, zie ik de deurklink omlaag gaan. Dat ontbrak er nog aan. ‘Bezet,’ roep ik.
Desondanks wordt de deur toch opengetrokken. De vrouw die in de opening verschijnt, slaakt een gil. Daarna verlaat ze luid schreeuwend de toiletruimte. ‘Stelletje smeerlappen. Schamen jullie je niet. Om hier op de wc ….’
Als ze is teruggekeerd in het café hoor ik haar nog tekeer gaan. ‘Een jonge vent met zo’n oud mens. En ook nog van achteren.’
Dan wordt haar geschreeuw overstemd door een bulderend gelach dat geleidelijk overgaat in: ‘Lena! Lena!’.

Terug naar verhalen