Mijn levensverhaal in 700 woorden?

Terug naar  levensverhaal overig

Een van de opdrachten tijdens een cursus ‘Creatief Schrijven’ luidde: Beschrijf je leven in maximaal 700 woorden. Dit heb ik ervan gemaakt:

Mijn leven beschrijven in maximaal zevenhonderd woorden? Waarover moet ik schrijven?
Over mijn geboorte die verre van vlekkeloos verliep? Het duo huisarts en gynaecoloog deden de bevalling op de eetkamertafel. Hoewel al opgegeven, kwam ik toch nog, springlevend. Zij het enigszins gehavend.

Over mijn eerste herinnering? Ik zat op het hekje voor ons huis toen de ziekenwagen aan kwam rijden, gevolgd door de Austin van mijn vader. In de ambulance mijn moeder die net bevallen was, in vaders auto de ‘zuster’ met mijn broertje. Later, boven bij mijn moeder, vroeg ik bezorgd waarom ze in bed lag. De ooievaar bleek haar te hebben gepikt. Wat geniepig vond ik dat: broertje brengen en nog snel een pik na geven. Jarenlang heb ik een hekel aan die beesten gehad.

Over de kleuterschool, die schuin tegenover ons huis stond? Hoe ik van buitenaf door de ramen probeerde te kijken naar vriendje Andries. Hij mocht al, ik werd pas een maand later vier. En hoe ik uit de klas wegliep toen ik mijn moeder aan de overkant beddengoed uit het slaapkamerraam zag hangen. Hoe ik voor straf werd opgesloten in het berghok nadat ik in de zandbak een bouwsel van een klasgenootje had verwoest.

Over de lagere school? Het schoolreisje naar Emmen in de derde klas; ik verdwaalde in het bos. Een houthakker bracht me achterop de brommer terug naar de bus. En over meester Koops van de vijfde klas. De rapporten waren al uitgereikt, toen ik tijdens de leesles zat te dromen. Meester nam mijn rapport weer in, schreef bij de opmerkingen: Kasper weet vaak zijn leesles niet en veranderde een aantal cijfers, onder andere Aardrijkskunde en Rekenen. Hij trok er zomaar een halve of een hele punt vanaf. Het betreffende rapport heb ik zorgvuldig bewaard.

Over mijn MULO‐tijd is heel veel te schrijven. De eerste verliefdheden. Mijn klasgenoot Henk die voor mijn ogen verongelukte. Mevrouw Bottema die me de klas uitstuurde omdat ik tijdens de les zat te eten. De schorsing die daarop volgde omdat de directeur de pik op me had. Diezelfde directeur die later super trots was op ons MULO‐B groepje. Mijnheer de Ruiter, de aardrijkskundeleraar die altijd eh‐de en me de klas uitstuurde omdat ik zijn eh’s zat te turven. Toen ik na de les, bang voor opnieuw een schorsing, mijn excuses aanbood, accepteerde hij die meteen. Jaren later, tijdens een reünie, heb ik hem verteld hoe jofel ik dat toen vond. Hij herinnerde zich niets meer van het voorval.

De overstroming in Meppel. Op de gehele benedenverdieping van ons huis stond wel twintig centimeter water. Een deel van het meubilair was naar boven gedragen. De zware stukken en de nog brandende kachel stonden op houten klossen.

Mijn eerste zelfgebouwde radio: de Philips Pionier. Een buurjongen vier huizen verderop had precies dezelfde. Al experimenterend kwamen we erachter dat de luidspreker ook als microfoon kon worden gebruikt. En toen hadden we allebei maar zo een telefoon. Die verbonden we door in een naad tussen de planken van de schutting achter de huizen draden te leggen en die naad vervolgens dicht te kitten. Zo konden we ’s avonds in bed met elkaar kletsen.

Ook over mijn HTS‐tijd is heel wat te vertellen. De ontgroening, de stages in Eindhoven en Breda.

Na mijn afstuderen de eerste auto: een spiksplinternieuwe Deux Chevaux. Kosten 4350 gulden, geld geleend van mijn ouders. Wat was ik trots.

De dansavonden bij Van Dijk. De meisjes die ik naar huis mocht brengen. Spreken we nog eens af?

De kennismaking met wat later mijn vrouw zou worden. Ik had die zaterdagavond hele andere plannen: half en half afgesproken met een meisje. Maar toen een vriend tijdens het eten belde en vertelde dat er die avond een feestje was in de kelder van het oude rusthuis waarvoor ook een stel verpleegsters waren uitgenodigd, heb ik, flexibel als ik was, meteen mijn plannen gewijzigd. Met als resultaat inmiddels veertig jaar huwelijk, vier kinderen en vijf kleinkinderen.

Mijn eerste baan bij Philips Computerindustrie in Apeldoorn. Daar kon alles. Een totaal verkeerd beeld kreeg ik daar van het bedrijfsleven.

Mijn tweede baan als verkoper bij Olivetti. Ik zou het wel even gaan maken. Mooi niet dus. Na veertig jaar droom ik nog regelmatig over mijn verkoopleider destijds. Als ik hem nu voor mijn auto zou krijgen … nou ja, bij wijze van spreken dan.

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de boerderij van mijn oom en tante in Ruinerwold waar ik bijna elke vrije middag en elke vakantie was te vinden. En over mijn destijds grootste liefhebberij: het schaatsen. En zo kan ik nog veel meer bedenken, maar ik zit al ruim boven de zevenhonderd woorden.

Terug naar  levensverhaal overig