Ben ik muzikaal? Ik denk het wel. Ik heb in ieder geval een goed ontwikkeld ritmegevoel.
Toch heb ik nooit een instrument leren spelen. En daar heb ik nog steeds heel veel spijt van.
Het begon toen ik een jaar of acht was. Oom Jan en tante Gé in Den Haag deden hun piano weg. Of mijn ouders er belang bij hadden? Dat hadden ze, mits zoon Kasper op pianoles wilde. Maar dat wilde zoon Kasper nou net niet. Zoon Kasper had klasgenootjes die elke vrije woensdagmiddag naar de muziekschool aan het Meppeler Zuideinde moesten, waar een strenge pianolerares hen voorhield dat ze beslist beter moesten oefenen. En dat sprak zoon Kasper niet aan. Helaas! Spijtmoment 1.
Toen dochter Elles een jaar of zes, zeven was, volgde ze, in het kader van ‘De Muziekschool komt naar je toe’, op de Kienholtschool hier in de buurt de cursus AMV: Algemene muzikale vorming. Dit was voor mij aanleiding om me bij dezelfde muziekschool in te schrijven voor de cursus ‘AMV voor volwassenen’. Roelof Bosma heeft ons onder andere het notenschrift en het bespelen van de blokfluit bijgebracht. Toen de cursus voorbij was, besloot mijn AMV-maatje Alie P. op pianoles te gaan. Ik heb het even overwogen, maar was drieëndertig niet te oud om nog een instrument te leren bespelen? Ja, vond ik toen. Nee, vind ik nu. Spijtmoment 2.
De AMV-docent Roelof kruiste een aantal jaren later opnieuw mijn pad: toen als dirigent van de cantorij van de Kerkboerderij, waarvan ik met veel plezier deel uitmaakte. Roelof streefde perfectie na. Heel inspirerend.
Toen Roelof moest of wilde stoppen, viel de cantorij uit elkaar. Heel spijtig was dat.
Hij heeft mij nog wel gevraagd of ik in ‘zijn’ koor Deo Cantemus kwam zingen, maar tijdens het bijwonen van een concert leek die club mij té bejaard en té christelijk. Ik zou me daar niet thuisvoelen, zo schatte ik in.
Tijdens het bijwonen van een optreden van The Bunch uit Zuidwolde, wist ik: dit is mijn koor. Ondanks het feit dat ze zangers zochten, heb ik geen actie ondernomen. Waarom niet? Geen idee eigenlijk. Spijtmoment 3.
Een aantal jaren nadat ik was gestopt met werken, ben ik op gitaarles gegaan.
Jasper, de man van mijn nichtje Ellen, is gitaardocent en hij kon nog wel iemand plaatsen.
En zo kwam het, dat ik twee jaar lang elke donderdagmiddag van een tot half twee met mijn gitaar op de knieën in de oefenruimte bij Jaspers huis aan de Roerdomplaan zat.
Een hoop akkoorden geleerd en twee mappen vol liedjes verzameld die ik kon spelen met die akkoorden. Maar daar zat hem het probleem. De akkoorden pakken lukte nog wel, maar het automatisme waarmee ik vanuit het ene akkoord, het andere andere moest grijpen, kreeg ik maar niet onder de knie. En dan maakt het volgens mij wel degelijk verschil of je zes of zes met iets erachter, bent.
Dus onder het motto ‘eerst maar eens veel oefenen’, gestopt. Tijdelijk of permanent? Ik ben er nog steeds niet uit. Nadat ik gestopt was, is er van het oefenen niet veel terecht gekomen: geen stok meer achter de deur, andere zaken die ook leuk zijn, etc.