Oriënteringsritten

In mijn jeugd reden wij, mijn ouders, jonger broertje en ik, regelmatig oriënteringsritten: een soort puzzeltochten met de auto. Vader achter het stuur, moeder kaartlezer. Later, toen ik wat ouder was, nam ik met veel plezier haar taak over. En volgens mij ook tot háár genoegen, want als er iets is, wat knaagt aan de fundamenten van een huwelijk, dan is het wel deelname aan dergelijke ritten.

De start en finish waren altijd bij een horecagelegenheid. Je kon je daar inschrijven en na afloop werd er een toelichting op de route gegeven en vond de prijsuitreiking plaats.

Bij de start, meestal mochten de deelnemers om de drie minuten vertrekken, werd er een controlekaart en een routebeschrijving uitgereikt.
De laatste bevatte genummerde opdrachten die achtereenvolgens moesten worden uitgevoerd. Het konden eenvoudige routeaanwijzingen zijn, zoals 1e weg links, einde weg rechts etc., maar ook wat lastiger, waarbij bijvoorbeeld een oriëntatiepunt moest worden gezocht. Hierbij werden letterlijke teksten tussen dubbele aanhalingstekens gezet: ‘na kerk rechts’ betekende wat anders dan ‘na “kerk” rechts’. In het tweede geval moest de tekst ‘kerk’ worden gezocht.

Onderweg had je controleposten waar je een stempel op je kaart kreeg. Die posten konden bemand of onbemand zijn. Naast de gewone controleposten waren er ook fopcontroles: daar kwam je terecht als je een, voor de uitzetters, voorspelbare fout had gemaakt. Je kreeg daar een strookje met één of enkele opdrachten die je weer op de juiste route moesten brengen.

De gemiddelde snelheid die je moest aanhouden was meestal 36 km/uur. Dat lijkt langzaam, maar de route voerde altijd over binnenwegen en als je een paar keer fout reed, moest je hard rijden om weer op het gemiddelde te komen. Met alle risico’s van dien. Zowel te snel als te langzaam leverde strafpunten op. Bij te snel kan ik me daar iets bij voorstellen, maar dat je ook werd gestraft bij een te laag gemiddelde, heb ik nooit begrepen. Het werkt toch gescheur in de hand?

Je moest goed letten op instinkertjes. 
Eentje herinner ik me nog goed. Het ging om een tocht in Noord-Drenthe. Eén van de routeopdrachten luidde: Na “Ballooërkuil” rechts. 
’Ja, daar,’ riep moeder. En inderdaad: aan de rechterkant van de weg stond een enigszins verweerd bordje met een pijl en de tekst “Balloërkuil”. 
Een eindje verder was de weg naar rechts, die we in moesten. Voorbij een bocht in die weg stond een blauwe vlag: een controlepost. Van de mevrouw die daar op een tuinstoeltje in de berm zat, kregen we een stempel en een briefje met een routeaanvulling die ons weer op de oorspronkelijke weg bracht. Foute boel dus. Een eindje verder zagen we wederom een bordje waarop de naam van de kuil stond, nu correct gespeld met dubbel o.

Hoe belangrijk het is dat de uitzetters heel kort voor de rit de route ter controle narijden, bewijst het volgende:
We waren eens in de buurt van Noordwolde op zoek naar een bokpaal. Kilometers voorbij het laatstgevonden oriëntatiepunt hadden we die paal nog steeds niet gevonden. Dus teruggereden. We ontdekten dat ook de andere deelnemers moeite hadden met deze routeopdracht. Er werd op dat stuk weg wat op en neer gescheurd. Dat laatste om toch zoveel mogelijk die 36 km per uur te kunnen vasthouden. Wat natuurlijk niet lukte. 
De stemming in de auto was er inmiddels niet beter op geworden: vader vond dat moeder, die inmiddels een hoogrode kleur had gekregen, niet goed had opgelet. ‘Zo’n grote paal zie je toch niet over het hoofd?’
Uiteindelijk hebben we de auto aan de kant van de weg gezet, achter de voertuigen van een stel andere deelnemers, die stonden te overleggen. We hadden ons net bij het groepje gevoegd, toen de bewoonster van de boerderij waar we voor stonden, door de tuin naar ons toe kwam lopen. Wat er aan de hand was? Toen we vertelden dat we naarstig op zoek waren naar een bokpaal, sloeg ze de hand voor haar mond. ‘Oh je, die stond hier aan de rand van het erf. Tot gistermiddag, toen heeft mijn man hem samen met onze zoon neergehaald. Kijk maar, daar ligt hij.’ 
En inderdaad, onzichtbaar vanaf de weg, lag daar achter de heg de bokpaal.

Bij de meeste ritten was het KNMV reglement van kracht. We hadden dat goed bestudeerd en tijdens de rit altijd bij de hand. 
Zomaar een artikel uit dat reglement: als een zijweg, voordat hij uitkwam op de weg waarop je op dat moment reed, zich splitste in twee wegen: een voor linksaf en een voor rechtsaf en die wegen waren gescheiden door een grasstrook in driehoekvorm, dan moest je dat interpreteren als twee afzonderlijke wegen als die grasstrook een breedte had van tenminste 6 meter. Er waren muggenzifters die met een rolmaat de strook gingen opmeten. 

Nadat we na afloop van een rit onze stempelkaart hadden ingeleverd en hier en daar met andere deelnemers in gesprek gingen, hadden we meestal al snel door dat we niet in de prijzen zouden vallen. Alweer niet. En wat gaf het.
 Er waren namelijk twee soorten deelnemers: degenen die puur voor het plezier meededen en degenen die écht voor de prijzen gingen. Wij behoorden, zij het noodgedwongen, tot de eerste groep. 
Vooral tussen de meer fanatieke deelnemers, vonden er vaak verhitte discussies plaats.

En dan was er nog de familie Westerik uit Smilde. Ze waren erg goed en eindigden zonder uitzondering in de top van het klassement. Vaak zelfs met een eerste prijs. Maar ze wisten het ook van zichzelf. De wijze waarop het echtpaar voor en na de rit door het betreffende etablissement liep, sprak boekdelen. 
Als we min of meer tegelijkertijd met hen uit de auto stapten om ons in te schrijven, bromde vader altijd iets van ‘Doar he’j die eig’nwieze kerel ook weer’. 
De man ging na afloop de anderen altijd uitleggen waar zij de fout waren ingegaan. En hij uiteraard niet.

Op zeker moment zijn we gestopt met het rittengebeuren. Waarom? Ik heb eigenlijk geen idee.

Ik heb daarna nog wel een keer hele middag, samen met Bernard, een vriend van mijn ouders, bij een controlepost in Koekange gezeten. De betreffende rit was uitgezet door MAC De Knalpiepe uit Meppel. Heel leuk, om het gebeuren ook eens van de andere kant mee te maken..

In 1979 heb ik, ter gelegenheid van het 40 jarig huwelijk van mijn ouders, zélf een rit uitgezet. De genodigden 
werden die middag ontvangen bij HCR De Zon, gelegen aan de Vecht in Ommen.
Mijn opdracht was, om de gasten door middel van een oriënteringsrit te geleiden naar Nieuwleusen, waar in Café Restaurant Huzen de heuglijke gebeurtenis verder werd gevierd. 
Dat was nog een heel gepuzzel. Weken ben ik ermee bezig geweest.
Het grootste probleem was: wat te doen als deelnemers van de route zouden raken. Ik verkeerde niet in de luxe positie dat ik een aantal controleposten kon bemannen, waar in dat geval routecorrecties konden worden uitgereikt. 
Ik heb dat opgelost door in de route controlepunten in te bouwen: als je nu bij ANWB-paddenstoel X, of bij hoogspanningsmast Y staat, dan zit je nog op de goede route. Zo niet, open dan enveloppe nummer zoveel voor een aanwijzing. Op een plattegrond van de omgeving had ik markeringspunten ingetekend. De routeaanwijzingen verwezen naar die markeringspunten.
Tegenwoordig zou dat met behulp van smartphones veel makkelijker zijn: ga naar die en die coördinaten.
Degene die bij de finish de meeste nog gesloten enveloppen kon inleveren was winnaar. En één geluk: mijn ouders hadden de familie Westerik uit Smilde niet uitgenodigd.

In 1988 mocht ik nog een keer aan de bak.
Dochter Elles ging met onze hond Auro naar de cursussen van de Kynologenclub Hoogeveen. Samen met haar heb ik met Auro meegedaan aan een door die vereniging georganiseerde puzzelwandeling.
Na afloop vroeg een van de bestuursleden of ik het jaar erop de tocht wilde uitzetten. Dat wilde ik wel, maar dan wel samen met een deskundige op kynologisch gebied. In de tocht die we zojuist hadden gelopen, zaten namelijk nogal wat vragen en opdrachten die betrekking hadden op hondenrassen, opvoeding van honden etc. Gerben Kamps, instructeur, werd bereid gevonden om dat samen met mij te doen.
We hebben een mooie route uitgezet met als begin- en eindpunt de kantine van camping Boszicht in Lheebroek. Omdat het werken met de enveloppen negen jaar eerder goed was bevallen, hebben we bij deze tocht volgens hetzelfde systeem gewerkt. De deelnemers waren na afloop best enthousiast.

Naschrift:
Toen ik, ter voorbereiding van dit stukje levensverhaal, wat ging googelen op ‘oriënteringsrit’, ontdekte ik tot mijn verbazing dat er ook tegenwoordig overal in het land nog regelmatig ritten worden verreden. En dat in het huidige, drukke verkeer.