Terug naar levensverhaal overig
Op de bewuste avond had ik het niet meer. Hoewel de les om acht uur begon en het slechts tien minuten lopen was, zat ik tegen zevenen al vermomd als jongeheer in de kamer. Geheel conform het kledingvoorschrift bij de uitnodiging voor de eerste les: “pantalon, colbert, overhemd met stropdas en schoenen met leren zolen”. Ofschoon er bij mij als bijna vijftienjarige op wat donshaartjes na, nauwelijks enige baardgroei was te bespeuren en ik me dus nog niet hoefde te scheren, had ik kin en wangen rijkelijk besprenkeld met het groene spul uit het aftershave-flesje van mijn vader.
‘Je stinkt een uur in de wind,’ lachte mijn moeder. ‘De meisjes zwermen straks om je heen.’
Ver voor acht uur stonden klasgenoot Geert en ik voor de deur bij de dansschool. En we bleken niet de enigen die bang waren te laat te komen. Wachtend tussen de andere jongelui snoof ik een mengeling van aftershave- en parfumluchtjes op.
Even voor achten gingen de deuren open en mochten we, nadat we onze jassen in de garderobe hadden achtergelaten, de danszaal binnen. Het was een sfeervolle ruimte met gedempt licht en een gladde, glimmende houten vloer. Aan weerszijden stonden lange banken. De jongens moesten aan de ene kant plaatsnemen, de meisjes er tegenover. Midden op de dansvloer begon de dansleraar met zijn inleidende praatje. ‘Straks gaan de heren een dame vragen …’ En hij deed voor hoe dat in zijn werk ging. Bovenste twee knoopjes van het colbert dicht, rustig naar de overkant lopen in de richting van ‘de dame van uw keuze’, daar aangekomen de linkerhand lichtjes voor de buik, een kleine buiging maken en vragen: ‘Mag ik deze dans van u?’ De dames mochten uiteraard niet weigeren. Een hele geruststelling. Geert, die met een knalrood hoofd en de handen tussen zijn knieën, naast me zat, fluisterde me toe: ‘Ik wou dat ik toch nog maar een jaartje gewacht had.’ Dezelfde Geert was een paar jaar later de Don Juan van Meppel. Maar dat terzijde.
Eindelijk klonken de verlossende woorden: ‘Heren, we gaan een dame vragen!’ De dansleraar wreef zich hierbij in de handen. Achteraf voor die man natuurlijk het mooiste moment van een beginners-danscursus. Schoorvoetend kwamen ‘de heren’ in beweging. Onderweg naar de overkant viel mijn blik op een beeldschoon meisje met lang donker haar. Ik twijfelde, durfde ik zo’n knap meisje te vragen? Maar toen ik zag dat ze naar me glimlachte, wist ik het: die moest ik hebben. Terwijl ze opstond en ik haar de hand reikte om haar te begeleiden naar de dansvloer, zag ik tot mijn grote schrik dat ze niet van mijn formaat was. Ik was klein voor mijn leeftijd: bij de gymnastieklessen moesten we ons altijd opstellen van groot naar klein; ik was steevast de een-na-laatste. Mijn eerste danspartner daarentegen was uitzonderlijk lang. Zeker anderhalve hoofdlengte stak het lieve kind boven me uit.
Toen we in de danshouding stonden, kwam mijn neus op gelijke hoogte met haar pronte borstjes.
‘Rechterhand halverwege de rug van uw dame.’
Ik deed mijn best, maar stond wel in een heel onnatuurlijke houding, zo met mijn arm omhoog. Dit zou ik niet lang volhouden. Tijdens onze eerste danspassen zakte mijn hand dan ook naar beneden en belandde op de billen van mijn partner. Maar wat gênanter was: bij elke pas die we zetten, kwam mijn neus in contact met haar borstjes. Ze zou toch niet denken dat ik het erom deed?
De dansleraar noemde hardop onze passen: Links, rechts, links, rechts …
Of het door het lange lichaam van mijn partner kwam, weet ik niet, maar de signalen van haar hersenen naar haar benen waren kennelijk iets te lang onderweg, waardoor zij de pas achterwaarts net een halve tel te laat maakte. En ik dus om de haverklap, met mijn speciaal voor het dansles aangeschafte schoenen, op haar tenen stond.
Mijn handen, en niet alleen die, waren kletsnat van het zweet. Ik voelde dat ik een kop als een boei kreeg. Dacht dat iedereen naar me keek.
Eindelijk klonken de verlossende woorden: ‘Heren, we gaan onze dame begeleiden naar haar plaats.’
Terug op de bank voelde ik me zwaar teleurgesteld. Was dit nou de eerste dansles, waarnaar ik zo had uitgekeken?