In een bos, niet ver van hier
woonde een aantal dieren dat met plezier
en met een heleboel apparatuuur
die ingewikkeld was en erg duur
het bos aan de overkant ging bestuderen
om zo iets over het ontstaan van dat bos te leren.
De andere dieren, die niet waren opgenomen
in de club van onderzoekers van verre bomen
kwamen dikwijls langsgereden
om te zien wat Wim de Uil’s onderzoekers deden.
Maar zoals zo vaak met deze zaken
die toch het hele dierenrijk raken
begrepen de ‘gewone’ beesten
zo niet alle, dan toch de meesten
weinig van het hoe en waarom.
Dus bleven de gewone beesten dom.
Dit maakte de onderzoekers een beetje bang
want als het kon, wilden ze nog heel erg lang
het liefst nog vele jaren
doorgaan met kennis te vergaren.
Het onderzoeken van deze moeilijke zaak
zagen ze als hun levenstaak.
Maar wanneer de andere dieren het nut niet meer zagen
en zich zouden gaan afvragen:
zullen we het verzamelen van eten
voor deze wetenschappers maar vergeten
dan moesten de knappe dieren zelf gaan zorgen
voor het voedsel voor vandaag en morgen.
Dan was het uit met het wetenschappelijke feest
en daarvoor waren de knappen erg bevreesd.
Dus op een dag riep Wim de Uil de Gladde Tekkel bij zich binnen
en zei: Dick, hier moeten we wat op verzinnen.
Dit dreigend kwaad moeten we voorkomen
want ik wil doorgaan met studie van verre bomen.
Vanaf vandaag ga jij reclame maken
voor verre bomen en dat soort zaken.
Dit vond de tekkel een grandioos idee, want
reclame maken was een kolfje naar zijn hand.
Hij ging nog dezelfde dag
vol enthousiasme aan de slag.
Toen de gewone dieren weer eens kwamen kijken
ging hij ze met alle mogelijke kennis verrijken.
Hij ging ze uitgebreid vertellen
over de functie van al die toeters en bellen.
Hij plaatste grote uitstalkasten
Waarin foto’s en tekeningen pasten.
Hij drukte een boekje met informatie
dat werd verspreid onder de hele dierennatie.
Posters en pennen werden besteld
die hij ging verkopen voor weinig geld.
Tot de dag waarop Jan het Vliegbeest
de opdracht kreeg: jij organiseert een feest
waar allemaal jonge dieren komen
die ook van verre bomen-onderzoek dromen.
Het vliegbeest en de tekkel zijn toen getweeën
gaan werken aan ideeën
om voor jonge wetenschapsdieren
wat origineels te gaan versieren.
De Tekkel zei: ‘We gaan ze iets geven
waar ze wat aan hebben, hun hele leven.’
De T-shirts waren toen snel besteld.
Maar, die tekkel rook meteen weer geld.
Hij dacht: We gaan niet alleen zélf in die T-sirts lopen
nee, die textilia gaan we ook verkopen.
Na een tijdje liep het compleet uit de hand
het werd verdorie een puur commerciële toestand.
Wehkamp de Beer en Neckerman de Vos gingen klagen
omdat ze zware concurrentie zagen.
Maar de Tekkel bleef echter doordouwen.
Het eind van het verhaal zal ik u niet onthouden:
De beesten die nu textiel verkochten
waren degenen die vroeger verre bomen onderzochten
De moraal:
Vul zelf maar in!