Over de wetenschapsdieren die zo veel beleven
is in het verleden reeds uitgebreid geschreven.
Na een aantal ‘dierloze’ uitgaven van dit orgaan
ziet u hier dan weer een fabel staan.
Ik hoop dat u net als de vorige keren
ook dit dierenverhaal zult kunnen waarderen.
Voor ik echter begin, moet u nog even horen
hoe deze fabel is geboren:
De Tekkel over wie we het in de eerste fabel hebben gehad
is een geacht redactielid van dit blad.
Deze functie vervult hij al een groot aantal jaren,
het kostte hem zelfs een heleboel haren.
Binnen deze redactie was het een gaan en komen
van onderzoeksdieren van verre bomen.
Maar de Tekkel, die is altijd gebleven
Telescopium werd gewoon een deel van zijn leven.
Elke keer, met z’n agenda in de hand:
‘Schrijf n’s een stukje voor de krant.
Dan en dan komt de redactie weer samen,
ik heb dan graag een lijstje met namen
van dieren die zonder protesteren of zuchten
een toezegging deden voor wat pennenvruchten.’
Ook dit verhaal is op die manier ontstaan,
na dit verzoek is ondergetekende meteen aan de slag gegaan.
Ik heb eerst nog het stoute plan gehad
een fabel te schrijven over dit blad.
Over het blad op zich nog niet zozeer,
maar over de makers ervan des te meer.
Want uit de laatste nummers is toch duidelijk gebleken,
zowel voor insiders als voor leken,
koek en ei is het ook daar niet altijd.
De problemen zijn soms geen klenigheid.
Maar opeens kreeg ik een totaal ander idee,
wat voor idee, dat deel ik hier mee.
Ook in dit verhaal, ik kan er niets aan doen,
weer een hoofdrol voor die Tekkel van toen.
De tweede hoofdrol is van een vrouwtjesdier
uit het westelijke bos, dus niet van hier.
Dit laatste dier maakt deel uit van het kattenras,
de Boerhavepoes, die hier eens op bezoek was
om omringd door vele dieren op het groene mos
te vertellen over haar werk in het westelijke bos.
In dat bos beheert zij namelijk een hol
dat staat van onnder tot boven vol
met zaken waar de dieren vroeger wetenschap mee bedreven.
De meesten van die dieren zijn al lang niet meer in leven,
maar de apparaten waarmee ze hun werk hebben gedaan
zullen altijd in dat hol blijven staan.
Daarnaast heeft dit Poesje nog een aantal taken
zo moet ze bijvoorbeeld op zoek naar zaken
die beslist niet verloren mogen gaan;
nee, zelfs eeuwig moeten blijven bestaan.
Al dat gespeur is beslist geen eenvoudig karwei,
maar de Boerhavepoes is in dat soort zaken een kei.
In vele bossen heeft ze oude apparaten gezocht,
waarvan ze er vele meenemen mocht.
Via via is haar er ore gekomen
van het onderzoek naar erre bomen.
Dit geschiedt in ons bos al vele jaren
Al die oude spullen kunnen we niet steeds bewaren.
Als de wiede weerga heeft de Poes toen contact met ons gezocht.
Het was natuurlijk de tekkel, met wie ze praten mocht,
want wanneer het over deze dingen gaat,
is het meestal de Tekkel die blaffend vooraan staat.
De Poes heeft ons toen een bezoek gebracht,
alle dieren werden des namiddags op de tra verwacht.
Hier heeft ze verteld waarvoor ze was gekomen,
naar de onderzoekers van verre bomen.
Ze heeft de dieren, de Tekkel incluis
verzocht niets weg te gooien, geen scope, geen buis.
Alles moest worden opgeslagen.
Van tijd tot tijd kwam er dan uit het westen een grote wagen
waarop de hele troep werd opgeladen.
Ze verwachtte van de wetenschappers werkelijk grote daden.
Toen ze klaar was met haar verhaal te vertellen,
mochten de dieren vragen stellen.
De Zonnevlinder, anders een erg goed prater
moet wel zijn afgedropen met een enorme kater,
want wat hem in geen jaren was geschied,
wie d’r niet bij was, geloofde het later niet:
de Vlinder moest bij de discussie in de Poes zijn meerdere erkennen.
Dat was voor de zonaanbidder wel even wennen.
DePoes is toen vertrokken, niet erg veel later,
Ze wilde weer op tijd terug zijn bij haar kater.
In deze enerverende dagen
is het de Tekkel in zijn bol geslagen.
Dieren, weest allen op uw hoede
voor des tekkels verzamelwoede.
Van alles nam hij mee naar z’n hol,
z’n onderkomen raakte dan ook snel veel te vol.
Hoe het verder zal gaan, laat zich niet moeilijk raden.
Op een dag zal men de spullen op een kar gaan laden.
Mét de rommel van de onderzoekers van verre bomen,
wordt dan ook de Tekkel meegenomen.
In het westelijke bos zal dan na een tijdje blijken:
bij de oude spullen staat ook onze Tekkel te prijken.