de foto in mijn hand vergeeld
het huis waarin ik ben geboren
met uitzicht op de oude toren
ontroerd door wat is afgebeeld
verwend, gestraft, getroost, gespeeld
de kachelpook bij ‘t ochtendgloren
de bloemen op het raam gevroren
veel lief maar soms ook leed gedeeld
mijn ouders zijn niet meer in leven
maar ‘t huis dat er nog altijd staat
door wilde struiken nu omgeven
de toestand ronduit desolaat
och waarom is het niet gebleven
zoals het op die foto staat