Poes

Een poes hier uit de buurt heeft een vast plekje waar zij zich veilig voelt: onder mijn bus. Vanaf die plaats kan ze alles goed overzien. 

Als ik ’s ochtends vertrek naar school dan zit ze er al (of nog?). Maar als ik de deur van ons huis van het slot draai, verlaat ze haar plaats. Een eindje verder gaat ze dan zitten en kijkt me verwijtend aan. Zo van: ‘wat moet jij met míjn bus.’ 

En ik ben ’s middags nog geen 3 minuten thuis of ze zit weer onder háár bus.