‘Deze bus kan vliegen,’ zei opa Kasper een tijdje terug, toen we de kleinzonen, na een logeerpartij, terugbrachten naar Zwolle.
‘Dat kan niet,’ antwoordde Melle, ‘bussen kunnen niet vliegen.’
‘Deze wel hoor, dit is een vliegbus.’
‘Laat hem eens vliegen dan.’
‘Dat kan nu niet, ik heb de vleugels thuis gelaten.’
‘Opa maakt grapjes.’
‘Anders wel vaak, maar nu echt niet.’
Gisteren kwam opa’s vliegbus weer ter sprake. Ik heb ze toen maar verteld dat die hele geschiedenis uit opa’s dikke duim was gezogen. Maar ik heb ze meteen beloofd dat ik een serie verhalen ga schrijven over twee jongetjes die samen met hun opa die een vliegbus heeft allerlei spannende avonturen beleven.
‘Morgen de vleugels meenemen,’ riepen ze ons gistermiddag na, bij ons vertrek.
Toen we vanochtend in Zwolle kwamen, liet Melle ons vol trots de vliegbus zien, die hij gisteravond in elkaar had geknutseld. En hij had zijn buurmeisje verteld over zijn opa, die verhalen over een vliegbus gaat schrijven.