Uit de (1) in de titel zou kunnen worden opgemaakt dat er ook een (2) en eventueel meer zal volgen. Dat klopt.
‘De stoel’ is de titel van een verhalenwedstrijd.
Maanden geleden heb ik de wedstrijd al aangekondigd gezien en ik was serieus van plan om eraan deel te nemen. Maar … pensionado, dus druk, druk, druk.
Gisteren aan het eind van de middag, toen ik mijn gedichten voor maandag af had, dacht ik: en nu aan de slag met ‘De stoel’.
Maar wat bleek: inzenden uiterlijk 15 november. Kort dag dus. Té kort dag? Ik besloot van niet. Het zou toch moeten lukken om binnen twee dagen 6000 woorden op papier te krijgen? Het mogen er natuurlijk best minder zijn.
Ik wilde de uitdaging aangaan. Mijn beide proeflezers/redactrices de opdracht gegeven zich maandagavond beschikbaar te houden. Nou ja … gevraagd of ze dat wilden … en ze wilden (uiteraard).
Mijn derde proeflezer/redactrice is sowieso altijd voor mij beschikbaar; dat is haar huwelijkse plicht.
Het verhaal (op dit moment 4200 woorden) staat inmiddels in de steigers. Ik ben nu aan het fijnslijpen.