De bel ging. Toen ik opendeed, zag ik een groep jochies (jaar of negen) voor de deur staan.
‘Meneer, wilt u loombandjes kopen?’
‘Nou nee, ik heb er zelf nog een hele hoop liggen. Willen jullie die van mij kopen?’
‘Wat kosten ze dan?’
‘Een euro per stuk.’
‘Ja, doeiiii!’ En weg waren ze.