Brieven van toen

Post uit Beekbergen

Mijn eerste baan was in Apeldoorn, zodat ik van maandag tot en met vrijdag op mijn kamer in Beekbergen verbleef. 
Daar mijn T. in Meppel woonde en smartphone, e-mail, sms en whatsapp nog moesten worden uitgevonden, zat er niets anders op dan elkaar brieven te schrijven. Als verliefden wilde je tijdens die eindeloos lange week toch wat van elkaar horen, hè? 
Dus ging er elke week een brief van Meppel naar Beekbergen en één van Beekbergen naar Meppel. En dat bijna drie jaar lang.
Een klein deel van die brieven is bewaard gebleven. Het stapeltje door mij geschreven epistels ben ik vanmiddag weer eens ingedoken. Als ik het ontdoe van alle ik-houd-van-jou’s en duizend-kusjes-en-meer, is wat overblijft uitstekend bruikbaar voor mijn levensverhaal. Niet eens omdat ik zaken ben tegengekomen die ik niet meer wist. Maar het zijn brieven van een jongeman van begin twintig, sinds kort klaar met de HTS, net begonnen met zijn eerste baan, die schrijft over zijn leven in Beekbergen en over zijn werk. Ook nog eens met de taal- en stijlfouten, waar ik nu van gruwel. 
Die jongeman droeg weliswaar mijn naam, maar ik herken mij niet meer in hem. Hij is een ander. Daarom schaam ik mij ook niet om fragmenten uit die brieven op te nemen in mijn levensverhaal.