Maak een stadsgedicht.
Zo luidde één van de opdrachten die ik deze week moet uitwerken voor de cursus Creatief Schrijven, die ik momenteel volg.
Dit gedicht zal (uiteraard) over Meppel gaan. En, heel ambitieus: het gedicht zal een jambisch metrum hebben, met vijf versvoeten per regel.
Dat had ik zo even bedacht. Maar dat valt om de drommel niet mee. Ik ben al een paar dagen aan het puzzelen.
En toen vannacht, het liep tegen vijven, ik was net even naar de WC geweest, had ik opeens twee prachtige regels in mijn hoofd. Dus gelijk mijn bed uitgestapt en naar mijn studeerkamer om de beide regels op te schrijven.
Het valt niet mee om stadsdichter van Meppel te zijn.
Bij nader inzien bleek het handiger uit te gaan van een trocheïsch metrum.